Fictieve rentevoeten 2024 (IB 2025): fiscale implicaties?

Op 5 februari 2025 publiceerde het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit van 24 januari 2025 betreffende de vaststelling van de referentierentevoeten van toepassing op de leningen die zonder interest of tegen een verlaagd tarief worden toegekend voor het inkomensjaar 2024. Deze tarieven spelen een essentiële rol bij de berekening van de belastbare voordelen alle aard (VAA) wanneer een onderneming voorschotten of leningen toekent aan haar bedrijfsleiders of aandeelhouders.


Welke tarieven zijn van toepassing in 2024?

De referentierentevoeten zijn afhankelijk van het type toegekende lening:

  • Hypothecaire leningen met vaste rente : 3,28 %
  • Hypothecaire leningen met variabele rente : bepaald volgens een bijlage
  • Niet-hypothecaire leningen op afbetaling voor een auto : 0,28 %
  • Overige niet-hypothecaire leningen op afbetaling : 0,55 % (wat jaarlijks overeenkomt met 6,80%)
  • Niet-hypothecaire leningen zonder afbetalingstermijn (debiteurenrekeningen) : 6,25 %

Deze tarieven zijn van toepassing op de voordelen alle aard die in 2024 worden toegekend.


Hoe het voordeel alle aard (VAA) berekenen?

Wanneer een lening wordt toegekend door een vennootschap aan een bedrijfsleider of aandeelhouder, komt het belastbare VAA overeen met het verschil tussen de referentierentevoet en de daadwerkelijk toegepaste rentevoet.

Illustratief voorbeeld : Een bedrijfsleider beschikt over een debiteurenrekening die het hele jaar 2024 een saldo van 50.000 EUR vertoont. Het belastbare voordeel wordt als volgt berekend:

  • VAA = 50.000 x 6,25 % = 3.125 EUR.

Had deze bedrijfsleider begin 2024 gekozen voor een lening op afbetaling, dan zou het VAA hoger geweest zijn, namelijk 3.402 EUR (50.000 x 6,80 %).


Welke fiscale en sociale gevolgen?

1. Impact op de personenbelasting

Het voordeel wordt beschouwd als een belastbaar beroepsinkomen voor de betrokken bedrijfsleider of aandeelhouder. Het wordt toegevoegd aan zijn andere inkomsten en onderworpen aan de progressieve personenbelasting (artikelen 31 en 32 van het Wetboek der inkomstenbelastingen - WIB92).

2. Impact op de sociale bijdragen

Het VAA wordt door het RSZ beschouwd als een belastbare vergoeding, onderworpen aan de sociale bijdragen voor zelfstandigen en bedrijfsleiders.

3. Gevolgen voor de vennootschap

Het voordeel moet in de boekhouding van de onderneming als loonkost worden opgenomen, waardoor het fiscale resultaat wordt beïnvloed (conform artikelen 36 en 49 van het WIB92).


Welke mogelijkheden voor fiscale optimalisatie?

Voordat een interne financiering wordt gestructureerd, moeten verschillende mogelijkheden worden geëvalueerd:

  1. De financieringsmodaliteiten vergelijken : een debiteurenrekening kan soms voordeliger zijn dan een lening op afbetaling.
  2. Het saldo van de debiteurenrekeningen verminderen door vroegtijdige terugbetalingen te organiseren.
  3. Een rentevoet vaststellen die in overeenstemming is met de referentierentevoeten om elk belastbaar voordeel te vermijden.
  4. Gebruik maken van hypothecaire leningen wanneer dit relevant is, omdat hun rentevoet lager is.
  5. De verloningen anders plannen om de impact van de VAA te minimaliseren.


Conclusie en aanbevelingen

De vaststelling van de referentierentevoeten voor 2024 benadrukt het belang van een nauwkeurig beheer van de interne financieringen. Voordat een lening wordt toegekend aan een bedrijfsleider of aandeelhouder, is het cruciaal om de fiscale en sociale gevolgen te analyseren. Een aangepaste planning kan de fiscale lasten beperken en de financiële structuur van de onderneming optimaliseren.

Ten slotte moeten de vennootschappen ervoor zorgen dat deze voordelen correct worden aangegeven, bij gebrek hieraan riskeren ze fiscale en sociale naheffingen.

Mots clés

Articles recommandés

Verdeling van kosten voor een privé- en zakenreis: volg de gids!

De bijzondere wettelijke rente voor betalingsachterstanden bij handelstransacties.

Welk rentepercentage kunt u vragen in 2024 voor een voorschot op uw rekening-courant in België?