De transitie naar elektrische voertuigen transformeert het mobiliteitsbeleid van bedrijven ingrijpend. Een van de meest concrete punten betreft de vergoeding van de elektriciteit die werknemers verbruiken om hun bedrijfswagen thuis op te laden.
Om deze vergoeding te beveiligen, steunt de fiscale en sociale administratie op een precies mechanisme: het CREG-tarief, dat elk kwartaal wordt gepubliceerd door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas. Dit tarief bepaalt het maximale bedrag per kWh dat de werkgever kan toekennen zonder een bijkomend voordeel van alle aard (VAA) te creëren.
De publicatie van het tarief voor het vierde kwartaal 2025 – lager dan het voorgaande kwartaal – vereist bijzondere aandacht. Deze evolutie beïnvloedt rechtstreeks de loonadministratie, de fiscaliteit en het respect van de sociale verplichtingen van de werkgevers.
De vergoeding van de elektriciteitskosten in verband met het thuis opladen van een bedrijfswagen berust op een geheel van teksten:
Wanneer de vergoeding dit tarief niet overschrijdt en correct wordt gerechtvaardigd, is er geen bijkomend belastbaar voordeel verschuldigd¹: de werknemer blijft enkel belast op het VAA van het voertuig. Dit kader biedt juridische zekerheid, op voorwaarde dat de plafonds worden gerespecteerd en voldoende bewijs wordt geleverd².
De CREG publiceert vier keer per jaar de maximaal vergoedbare bedragen per kWh, gebaseerd op de reële elektriciteitsprijzen voor gezinnen.
Voor het jaar 2025 is de evolutie als volgt:
Regio | 1e kwartaal 2025 | 2e kwartaal 2025 | 3e kwartaal 2025 | 4e kwartaal 2025 (onder voorbehoud) |
Vlaanderen | 0,2822 €/kWh | 0,3194 €/kWh | 0,3456 €/kWh | 0,3070 €/kWh |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | 0,3294 €/kWh | 0,3585 €/kWh | 0,3787 €/kWh | 0,3356 €/kWh |
Wallonië | 0,3256 €/kWh | 0,3617 €/kWh | 0,3843 €/kWh | 0,3457 €/kWh |
Deze curve toont een continue stijging in het eerste semester, gevolgd door een aanzienlijke daling in het vierde kwartaal 2025, een weerspiegeling van een versoepeling op de elektriciteitsmarkt.
Werkgevers moeten hun vergoedingschema's vanaf 1 oktober 2025 aanpassen om conform te blijven.
De werkgever kan:
In beide gevallen is het mogelijk om een lager bedrag te vergoeden, maar nooit hoger dan het toepasselijke plafond.
Het CREG-tarief respecteren is geen formaliteit: het is een voorwaarde voor fiscale en sociale zekerheid.
Een nauwgezette opvolging is vereist: de overschrijding van het plafond, zelfs per vergissing, kan worden herkwalificeerd als bijkomend belastbaar voordeel. Het is dus cruciaal om gedetailleerde bewijzen (elektriciteitsfacturen, aflezingen van thuisladers, interne beleidslijnen) voor elk kwartaal te bewaren.
Een werknemer die in Wallonië woont, laadt 200 kWh per maand op voor zijn bedrijfswagen.
De daling van het tarief in het vierde kwartaal leidt dus tot een daling van 23,16 € op de kwartaalvergoeding.
Voor een bedrijf dat een vloot van 40 elektrische voertuigen exploiteert, betekent dit een besparing van meer dan 900 € per kwartaal als het schema correct wordt aangepast.
Sleutelelement | Regel die moet worden onthouden | Aanbeveling Deg & Partners |
Wettelijke basis | CIR 92, art. 36 en 38; Circulaires FOD Financiën 2024/C/77, 2025/C/14, 2025/C/38; Instructie RSZ van 9 januari 2025¹² | Elk kwartaal nagaan of de toegepaste schema's conform zijn |
Maximaal vergoedbaar bedrag (K4 2025) | Vlaanderen: 0,307 €/kWh – Brussel: 0,3356 €/kWh – Wallonië: 0,3457 €/kWh | De vergoedingen aanpassen vanaf 1 oktober 2025 |
Keuze van de berekeningsmethode | Regionaal tarief of uniform tarief gebaseerd op de goedkoopste regio | De optie van het uniforme tarief evalueren om de loonadministratie te vereenvoudigen en het risico op fouten te verkleinen |
Bewijs | Facturen, laadpaalaflezingen, verbruiksberekeningen | Systematisch archiveren om de verdediging te garanderen bij een controle |
Fiscaal voordeel | Geen bijkomend VAA als het CREG-tarief niet wordt overschreden¹ | Een constante fiscale en sociale opvolging handhaven |
De daling van het CREG-tarief voor het vierde kwartaal 2025 is geen simpele technische gegeven: het wijzigt rechtstreeks de verplichtingen van werkgevers wat betreft de vergoeding van elektriciteit voor bedrijfswagens.
Door hun schema's zonder vertraging aan te passen, de bewijsstukken te beveiligen en de meest geschikte berekeningsmethode te kiezen, kunnen bedrijven elk fiscaal of sociaal risico vermijden en hun mobiliteitsbeleid optimaliseren.
Deg & Partners begeleidt zijn klanten bij deze permanente update en garandeert dat elke vergoeding fiscaal optimaal, juridisch zeker en administratief vlot verloopt. Samen transformeren we een regelgevingsbeperking tot een hefboom voor goed bestuur.
------
¹ Code van de inkomstenbelastingen 1992, art. 36, §2 en art. 38, §1er, 14°.
² Circulaire 2024/C/77 van 5 december 2024; Circulaire 2025/C/14 (2ᵉ kwartaal 2025); Circulaire 2025/C/38 (3ᵉ kwartaal 2025 – permanente toepassing); Intermediaire instructie RSZ van 9 januari 2025.