• FR
  • NL
  • EN

De dubbele liquiditeits- en solvabiliteitstest: een nieuwe reflex voor de BV

Met de inwerkingtreding van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) heeft de BV (voorheen de BVBA) afscheid genomen van het klassieke kapitaalbegrip. Deze transformatie is niet louter een semantische wijziging: ze gaat gepaard met een verschuiving van de aandacht naar de werkelijke mogelijkheid van de vennootschap om winst uit te keren zonder haar financiële evenwicht in gevaar te brengen.

Om die bescherming te waarborgen, met name voor schuldeisers, heeft de wetgever een dubbele dwingende test ingevoerd: de solvabiliteitstest (of netto-actief test) en de liquiditeitstest. Deze tests zijn onvermijdelijk bij elke beslissing tot winstuitkering, tantièmes, terugbetaling van inbrengen of inkoop van eigen aandelen.


De solvabiliteitstest: behoud van de onbeschikbare eigen vermogens

De netto-actief test is opgenomen in artikel 5:142 WVV. Deze test bestond reeds onder het oude wetboek, maar wordt voortaan een verplicht voorafgaandelijk onderzoek bij elke uitkering.

Waarover gaat het?

De test houdt in dat wordt nagegaan of het netto-actief van de vennootschap niet negatief is en ook niet negatief zou worden door de geplande uitkering. Bovendien mag het niet lager zijn dan het wettelijk of statutair onbeschikbaar eigen vermogen (zoals het vroegere kapitaal of de wettelijke reserve).

Met andere woorden: het wettelijk minimum aan financiële stabiliteit moet worden gewaarborgd.

Hoe wordt het netto-actief berekend?

Twee benaderingen zijn mogelijk, die in principe op hetzelfde neerkomen:

  • Boekhoudkundige methode: Totale activa – voorzieningen – schulden – niet-afgeschreven kosten van oprichting, O&O, enz.
  • Vermogensbenadering: Het betreft de (gecorrigeerde) eigen vermogenspositie van de vennootschap.

Let op: De herwaarderingsmeerwaarden worden, zolang ze niet zijn afgeschreven, geacht onbeschikbaar te zijn.

Verplicht formalisme

Het bestuursorgaan moet een gemotiveerd verslag opstellen dat de toets bevestigt. Dit verslag is gebaseerd op de laatst goedgekeurde jaarrekening of op een recentere staat van activa en passiva. De commissaris voegt een beperkt beoordelingsverslag toe in het kader van zijn controleopdracht.


De liquiditeitstest: vooruitkijken naar de toekomstige betaalcapaciteit

De liquiditeitstest is een nieuwigheid ingevoerd via artikel 5:143 WVV. Deze test waarborgt dat de vennootschap haar opeisbare schulden kan blijven betalen gedurende de twaalf maanden na de geplande uitkering.

Wat houdt deze test in?

Dit is geen zuiver boekhoudkundige test. Het bestuursorgaan moet op het moment van de uitkering de toekomstige kasstromen evalueren en aantonen dat de vennootschap aan haar verplichtingen kan voldoen.

Hiervoor is vaak nodig:

  • Maandelijkse kasplanning,
  • Inzicht in financiële verplichtingen (banken, fiscus, leveranciers…),
  • Aandacht voor eenmalige of seizoensgebonden uitgaven.

Een verplichting die structuur brengt

Voor kleine vennootschappen lijkt dit een extra administratieve last, maar de praktijk leert dat dit snel een waardevol stuurinstrument wordt. Zeker in economisch onzekere tijden draagt het bij aan professioneel financieel beheer.

Rapportageverplichting

Het bestuursorgaan stelt een niet-neer te leggen verslag op waarin het testresultaat gemotiveerd wordt. De commissaris, indien aanwezig, controleert dit verslag en verwijst ernaar in zijn controleverslag.


Sancties: persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders

Het niet-naleven van deze twee tests kan ernstige gevolgen hebben:

  • Gezamenlijke bestuurdersaansprakelijkheid (art. 5:144 WVV) indien zij wisten – of hadden moeten weten – dat de vennootschap haar schulden niet meer zou kunnen betalen na de uitkering.
  • Terugvordering van onrechtmatige uitkeringen, zelfs bij te goeder trouw handelende aandeelhouders.
  • Reputatieschade voor bestuurders en betrokken cijferberoepers.


Alarmbelprocedure: een logische aanvulling

Artikel 5:153 WVV versterkt ook de alarmbelprocedure:

  • Binnen twee maanden na de vaststelling dat het netto-actief negatief is geworden, moet een algemene vergadering worden bijeengeroepen.
  • Dezelfde verplichting geldt wanneer de liquiditeitstest faalt.
  • Het bestuursorgaan moet dan een herstelscenario voorleggen, tenzij het de ontbinding van de vennootschap voorstelt.

Bij het uitblijven van een vergadering kunnen schadeclaims van derden worden verondersteld het gevolg te zijn van dit verzuim.


Conclusie

De dubbele test van solvabiliteit en liquiditeit is de essentiële tegenprestatie voor het verdwijnen van het kapitaalbegrip in de BV. Ze verplicht bestuurders om de werkelijke financiële toestand van hun vennootschap te beoordelen vóór elke winstuitkering, en vergroot hun persoonlijke aansprakelijkheid aanzienlijk.

Wat op het eerste gezicht een juridische verplichting lijkt, wordt in werkelijkheid een belangrijk instrument van financieel bestuur. In de heruitvinding van de BV wordt de succesvolle toepassing van deze tests een onderscheidende factor, en een belangrijke overweging bij de keuze tussen een BV en een NV.

Mots clés

Articles recommandés