• FR
  • NL
  • EN

Afschaffing van het bijzonder forfait voor gemeentelijke mandatarissen: wat verandert er vanaf inkomstenjaar 2025?

Tot eind 2024 genoten burgemeesters, schepenen, OCMW-voorzitters en voorzitters van het bijzonder comité voor de sociale dienst van een fiscaal voordeel in de personenbelasting (PB): een specifiek kostenforfait, los van de werkelijk gemaakte kosten en onafhankelijk van de hoogte van de vergoeding.

Vanaf het inkomstenjaar 2025 (aanslagjaar 2026) is dit bijzondere forfait definitief afgeschaft, zoals bevestigd in de circulaire nr. 2025/C/11 van 18 maart 2025. Dit betekent dat gemeentelijke mandatarissen voortaan onder het algemeen fiscaal regime vallen. Dit artikel legt uit wat dit concreet inhoudt, welke alternatieven nog bestaan en hoe u dit correct toepast in uw belastingaangifte.


Wat hield het bijzonder forfait in?

Tot en met 2024 konden bepaalde lokale mandatarissen kiezen voor een forfaitaire aftrek van beroepskosten, zonder bewijslast, en bovenop andere forfaits (bijv. uit een zelfstandige of leidinggevende activiteit).


Mandaat


Bijzonder forfait (2024)

Burgemeester

8.474,57 €

Schepen, OCMW-voorzitter, BCSD-voorzitter

5.084,74 €


Dit forfait kon gecumuleerd worden met andere kostenforfaits indien de mandataris nog andere beroepsinkomsten genoot.


Wat verandert er vanaf inkomstenjaar 2025?

Vanaf 1 januari 2025 wordt het bijzonder kostenforfait afgeschaft.

Gemeentelijke mandatarissen zullen voortaan enkel nog:

  • hun werkelijke kosten kunnen bewijzen en aftrekken, of
  • het algemeen wettelijk kostenforfait toepassen, dat in 2025 is geplafonneerd op 5.930 €.

Situatie in PB


Inkomstenjaar 2024


Inkomstenjaar 2025

Recht op bijzonder kostenforfait?

✅ Ja

❌ Nee

Hoogte forfait

8.474,57 € / 5.084,74 €

/

Algemeen forfait maximum

5.750 €

5.930 €

Aftrek werkelijke kosten mogelijk?

✅ Ja

✅ Ja


Wat zijn nu de opties voor gemeentelijke mandatarissen?

In inkomstenjaar 2024 (aangifte in 2025)

Mandatarissen mogen nog kiezen tussen:

  • het bijzondere forfait (zonder bewijzen),
  • het wettelijke forfait (lager, maar algemeen toepasbaar),
  • de aftrek van werkelijke beroepskosten (met bewijsstukken).

In inkomstenjaar 2025 (aangifte in 2026)

Mandatarissen verliezen het bijzondere forfait en moeten kiezen tussen:

  • het algemene kostenforfait (max. 5.930 €),
  • of het bewijs van hun werkelijke kosten.

Het algemene kostenforfait geldt globaal voor alle beroepsinkomsten (vb. zowel het mandaat als een bezoldiging of zelfstandige activiteit).


Praktisch voorbeeld

Mevrouw Claes is OCMW-voorzitter en ontvangt in 2024 een brutovergoeding van 25.000 €. Daarnaast is zij zelfstandige in bijberoep (10.000 € aan inkomsten).
✅ In 2024:
Ze kan kiezen voor het bijzondere forfait van 5.084,74 € op haar mandaat.
En het zelfstandigenforfait voor haar bijberoep.
❌ In 2025:
Het bijzondere forfait is afgeschaft.
Ze zal:
  • ofwel haar werkelijke kosten moeten aantonen voor beide activiteiten,
  • ofwel beperkt worden tot het globale kostenforfait van 5.930 € (2025), ongeacht de combinatie van inkomsten.


Gevolgen en aandachtspunten

  • Minder automatische aftrekposten voor lokale mandatarissen
  • Meer administratie als men werkelijke kosten wil bewijzen (bewijzen van verplaatsingen, representatiekosten, beroepsmatige aankopen…)
  • Einde van een historisch voordelig regime dat niet langer in lijn lag met het algemeen fiscale kader
  • Meer fiscale gelijkheid met andere beroepscategorieën

Tip: Mandatarissen doen er goed aan om vanaf 2025 structureel hun beroepskosten te registreren en bewaren, zeker als zij actief blijven in meerdere functies of veel onkosten maken.


Wettelijke basis en bronnen

  • Circulaire 2025/C/11 van 18 maart 2025 – FOD Financiën
  • Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) – art. 51 (beroepskosten)
  • Moniteur belge – april 2025 – bevestiging van de bedragen voor het forfaitair kostenstelsel


Besluit

De afschaffing van het bijzonder forfait voor gemeentelijke mandatarissen luidt een nieuwe fiscale realiteit in voor duizenden lokale beleidsmakers. Voor 2024 geldt het bijzonder regime nog één laatste keer. Voor inkomsten vanaf 2025 vallen zij onder het gewone fiscale stelsel. Wie zijn belastbare basis wil optimaliseren, moet ofwel werken met bewijzen, of zich beperken tot een algemeen kostenforfait dat aanzienlijk lager ligt dan het vroegere voordeel.


Kort samengevat:
2024 = laatste jaar met bijzonder forfait (tot 8.474 €).
2025 = enkel nog algemeen forfait of werkelijke kosten.
Voorbereiding en kostenregistratie worden cruciaal vanaf 2025.

Mots clés

Articles recommandés