Patrimoniumtaks is de belangrijkste belasting voor verenigingen en stichtingen. Ontdek alles over de jaarlijkse taks op de vzw’s!

Om je te helpen grip te krijgen op patrimoniumtaks, hebben we een educatieve FAQ met 9 vragen over dit onderwerp samengesteld.


Wat is de patrimoniumtaks en wie is ervoor verantwoordelijk?

De jaarlijkse taks op de vzw’s, ook bekend als de patrimoniumtaks, is een federale belasting die van toepassing is op verenigingen en stichtingen. Het is bedoeld om het feit te compenseren dat een vzw, in tegenstelling tot een natuurlijk persoon, een eeuwigdurend bestaan heeft en dus geen successierechten verschuldigd is. Veel verenigingen ontvingen legaten die aan de successiebelasting ontsnapten, vandaar de invoering van deze belasting.


Welke verenigingen vallen onder de patrimoniumtaks?

In principe zijn alle in België gevestigde vzw's onderworpen aan de jaarlijkse taks op de vzw’s. Dit omvat vzw's, ivzw's (internationale vzw's) en private stichtingen. Er zijn echter enkele organisaties uitgesloten van deze belasting volgens de wet.


Hoe wordt de belastingsgrondslag voor de patrimoniumtaks bepaald?

De patrimoniumtaks voor de vermogensbelasting bestaat uit alle bezittingen van een vzw.

Dit omvat zowel materiële activa (bijvoorbeeld gebouwen van de vereniging) als immateriële activa (bijvoorbeeld auteursrechten waar de vereniging recht op heeft).

Onder bezittingen vallen alle vormen van activa, zowel vaste activa als vlottende activa, zoals

  • roerende en onroerende activa,
  • voorraden,
  • vorderingen,
  • kasbeleggingen,
  • liquide middelen
  • en andere activa.

Sommige bezittingen, zoals onroerende goederen in het buitenland of onroerende goederen bestemd voor onderwijs in de onderwijssector, vallen buiten deze definitie. Ook worden exploitatiemiddelen niet in aanmerking genomen. Dit zijn middelen die gedurende het hele jaar worden gebruikt voor de werking van de vereniging, zoals de zichtrekening van de vereniging en het lopende geld dat nodig is voor de financiering ervan (bijvoorbeeld ontvangen subsidie).

Er kunnen geen kosten of schulden worden afgetrokken van het totaal van belastbare bezittingen, behalve enkele uitzonderingen. Bijvoorbeeld

  • de nog niet betaalde maandelijkse termijnen van een hypothecaire lening, op voorwaarde dat de hypotheek is gevestigd op goederen van de vzw en ten minste 50% van het hoofdbedrag van de lening dekt.
  • Ook bedragen die verband houden met specifieke legatarissen kunnen worden afgetrokken als de vzw de universele legataris is van een erfenis.


Wat zijn de voorwaarden om onderworpen te zijn aan de vermogensbelasting?

Om onderworpen te zijn aan deze belasting, moet u een vermogen hebben dat gelijk is aan of groter is dan 25.000 euro. Het tarief van de vermogensbelasting bedraagt 0,17% van de vastgestelde belastingsgrondslag.

Als voorbeeld:

  • Het aangegeven vermogen is 100.000 euro.
  • Het bedrag van de belasting is 170 euro.


Wat zijn de jaarlijkse termijnen voor het indienen en betalen van de aangifte?

De aangifte moet uiterlijk op 31 maart worden ingediend en betaald. Meestal ontvangt elke vzw in februari een uitnodiging van het Juridisch Veiligheidsbureau om een aangifte in te dienen. Als uw vzw geen brief heeft ontvangen, wordt aangeraden om rechtstreeks contact op te nemen met het betreffende bureau.


Zijn vzw's verplicht om elk jaar aangifte te doen en informatie te verstrekken, ongeacht hun onderwerping aan de belasting?

We bekijken vier situaties:

  1. Als uw vzw vrijgesteld is van belasting vanwege een bescheiden vermogen (25.000 euro of minder), moet u nog steeds aangeven dat het vermogen lager is dan 25.000 euro. Als u een uitnodiging heeft ontvangen om een aangifte in te dienen, kunt u het strookje onderaan de brief invullen en terugsturen naar het Juridisch Veiligheidsbureau. Als u geen uitnodiging heeft ontvangen, neem dan rechtstreeks contact op met het betreffende bureau.
  2. Als het vermogen van de vzw hoger is dan 25.000 euro maar de belasting minder dan 500 euro bedraagt, kunt u een aangifte indienen voor de komende drie jaar. Let op: als het vermogen van de vzw gedurende deze 3 jaar verandert en dit leidt tot een verhoging van de belasting met minstens 25 euro (dwz de belasting bedraagt 525 euro), moet u het Juridisch Veiligheidsbureau hiervan op de hoogte stellen.
  3. Als de vzw een vermogen heeft dat hoger is dan 25.000 euro en de belasting hoger is dan 500 euro, moet u jaarlijks een aangifte indienen.
  4. Als uw vzw voldoet aan de voorwaarden voor een driemaandelijkse aangifte, maar wijzigingen in het vermogen van de vzw gedurende deze 3 jaar leiden tot een verhoging van de belasting met minstens 25 euro, moet u het Juridisch Veiligheidsbureau ook hiervan op de hoogte stellen.


Waar moet u de aangifte van uw vermogensbelasting indienen?

U moet de aangifte indienen bij het bevoegde Juridisch Veiligheidsbureau, dat wil zeggen binnen het rechtsgebied waar de maatschappelijke zetel van de vereniging is gevestigd.


Hoe vindt u het bevoegde bureau?

U kunt het kantorengids van FOD Financiën gebruiken.

Mots clés