• FR
  • NL
  • EN

Meerdere beroepsactiviteiten? Zo trekt u correct uw beroepskosten af

Bent u tegelijk loontrekkende, bestuurder van een BV én zelfstandig consulent? Dan stelt u zich wellicht de vraag wat u mag aftrekken als beroepskosten, en voor welke activiteit. Het antwoord hangt nauw samen met de aard van uw inkomsten.


Wat zijn de relevante categorieën van beroepsinkomsten?

De Belgische personenbelasting maakt een onderscheid tussen verschillende categorieën van beroepsinkomsten, naargelang de aard van de activiteit:

  • Lonen en wedden van werknemers (vak IV van de aangifte)
  • Bezoldigingen van bedrijfsleiders (vak XVII)
  • Baten (vrije beroepen, artistieke of intellectuele activiteiten)
  • Winst (commerciële, ambachtelijke of landbouwactiviteiten)

Dit onderscheid bepaalt hoe u uw beroepskosten fiscaal mag aftrekken: ofwel via een forfaitaire aftrek, ofwel op basis van werkelijke (geregistreerde) kosten.


Forfaitaire beroepskosten: automatisch toegepast, maar geplafonneerd

Als u geen bewijs levert van uw werkelijke beroepskosten, past de fiscus automatisch een kostenforfait toe per inkomenscategorie. Voor het inkomstenjaar 2025 gelden de volgende maxima:

Inkomenscategorie

Forfaitair maximum (2025)

Werknemers

5.930 €

Bedrijfsleiders

3.130 €

Baten (vrije beroepen)

5.210 €

Winst (zelfstandige activiteit)

5.930 €

Volgens het administratief commentaar kunnen deze forfaits gecumuleerd worden als uw inkomsten uit verschillende categorieën komen¹.


Werkelijke beroepskosten: flexibeler, maar te bewijzen

U kan er altijd voor kiezen uw werkelijke kosten af te trekken, als u deze op correcte wijze kan bewijzen. Die keuze is interessant wanneer uw kosten hoger liggen dan het forfait, maar vereist een goede administratie.

U mag bijvoorbeeld het kostenforfait toepassen op uw bedrijfsleidersbezoldiging, en uw werkelijke kosten aftrekken voor uw loontrekkende activiteit. Dat is toegestaan wanneer het om verschillende inkomenscategorieën gaat².


Let op bij inkomsten uit dezelfde categorie

Indien u meerdere inkomsten heeft binnen eenzelfde categorie – bijvoorbeeld bezoldigingen als bestuurder van twee verschillende BV’s – gelden er strengere regels:

  • U mag het forfait slechts één keer toepassen op het totaal van de inkomsten uit die categorie³
  • U mag geen combinatie maken van werkelijke kosten en forfaitaire kosten binnen één categorie: dus niet reële kosten bij BV A en forfait bij BV B


Wat zeggen de hoven?

De Hof van Cassatie bevestigde in een arrest van 25 januari 2024 expliciet dat deze combinatie niet is toegestaan binnen éénzelfde categorie.

De Grondwettelijke Hof bevestigde in een arrest van 13 maart 2025 dat deze beperking geen schending van het gelijkheidsbeginsel inhoudt. U mag dus enkel combineren als uw inkomsten uit verschillende categorieën komen.


Praktisch voorbeeld

Mevrouw Dubois is zowel:

  • Werknemer (brutojaarloon: 45.000 €)
  • Bestuurder van twee BV’s (bezoldigingen: 15.000 € en 10.000 €)

Wat zijn haar opties?

✔️ Ze past het forfait van 5.930 € toe op haar loontrekkend inkomen

✔️ Voor de totaal 25.000 € als bestuurder kiest ze:

→ ofwel het forfait van 3.130 €

→ ofwel haar werkelijke kosten bewijzen, voor beide BV’s samen


Besluit: een doordachte aanpak is fiscaal voordelig

Bij meerdere beroepsactiviteiten is het van groot belang om het onderscheid tussen inkomenscategorieën correct te maken. Dit bepaalt immers welke beroepskosten u fiscaal mag aftrekken en in welke mate. Een foutieve combinatie of dubbele toepassing kan leiden tot een hervatting door de fiscus. Bij Deg & Partners helpen wij u graag om uw aangifte strategisch te optimaliseren, conform de actuele rechtspraak en de fiscale regelgeving.


----------

  1. Commentaar bij artikel 51 WIB 92, nr. 51/57
  2. Commentaar bij artikel 51 WIB 92, nr. 51/59
  3. Parlementaire vraag nr. 2204, antwoord minister Poty, 1 juli 2002
  4. Cass., 25 januari 2024, rolnr. F.22.0123.N
  5. GwH, 13 maart 2025, arrest nr. 35/2025

Mots clés

Articles recommandés