Met de opkomst van elektrische voertuigen in wagenparken van bedrijven, rijst een belangrijke vraag over de terugbetaling van elektriciteitskosten voor werknemers die hun bedrijfswagen thuis opladen. In september 2024 verduidelijkte minister van Financiën Vincent Van Peteghem dat deze terugbetaling tijdelijk kan worden gebaseerd op een specifiek tarief van de CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas)[1]. Hieronder volgt een FAQ die dit systeem en de implicaties voor werkgevers en werknemers uitlegt.
Het gaat om de terugbetaling van de elektriciteitskosten die een werknemer maakt wanneer hij zijn elektrische bedrijfswagen thuis oplaadt. De minister van Financiën verduidelijkte dat deze terugbetaling tijdelijk kan worden gebaseerd op een forfaitair tarief vastgesteld door de CREG, in plaats van op de werkelijke elektriciteitskosten.
Met de toename van het aantal elektrische bedrijfswagens is de vraag naar de terugbetaling van de oplaadkosten cruciaal geworden. Tot nu toe was er veel onduidelijkheid over de manier waarop deze kosten konden worden vergoed zonder dat ze als een bijkomend belastbaar voordeel voor de werknemer werden beschouwd. Deze regeling helpt om die onzekerheid weg te nemen en biedt een tijdelijke oplossing.
Er moeten drie voorwaarden worden vervuld om ervoor te zorgen dat de terugbetaling belastingvrij is:
Als aan deze drie voorwaarden is voldaan, wordt de terugbetaling belastingvrij en wordt deze beschouwd als onderdeel van het voordeel van alle aard dat geldt voor de bedrijfswagen, vergelijkbaar met een tankkaart voor benzine- of dieselwagens.
Het terugbetalen van werkelijke kosten kan praktische problemen opleveren, omdat de elektriciteitskosten van werknemers sterk kunnen variëren. Dit is afhankelijk van factoren zoals:
Deze variabelen maken het berekenen van de werkelijke kosten voor werkgevers ingewikkeld en zorgen voor een aanzienlijke administratieve last.
Om de administratieve last voor werkgevers te verlichten, heeft de minister van Financiën een tijdelijke oplossing voorgesteld: het gebruik van een forfaitair tarief van de CREG. Dit tarief, vastgesteld door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, kan worden gebruikt als basis voor de terugbetaling van de oplaadkosten, zonder dat de werkelijke elektriciteitskosten van de werknemer moeten worden berekend.
Deze oplossing:
Nee, het gaat om een tijdelijke oplossing. Het algemene principe blijft dat de terugbetaling gebaseerd moet zijn op de werkelijke kosten van de werknemer. Zodra de technologische ontwikkelingen het mogelijk maken om nauwkeurigere metingen te verrichten (bijvoorbeeld via ondermeters of gescheiden elektriciteitscontracten), zal de regering opnieuw overstappen naar een terugbetaling op basis van werkelijke kosten.
Voor werkgevers betekent de introductie van dit forfaitaire CREG-tarief een aanzienlijke vereenvoudiging van het administratieve proces, terwijl zij voldoen aan de fiscale regels zonder risico op belastingheffingen.
Voor werknemers biedt dit systeem de zekerheid dat de terugbetaling van hun elektriciteitskosten thuis belastingvrij is, mits voldaan is aan de gestelde voorwaarden.
Hoewel deze verduidelijking een stap in de goede richting is, blijven er nog enkele uitdagingen bestaan:
De introductie van een specifiek CREG-tarief voor de terugbetaling van oplaadkosten van elektrische bedrijfswagens thuis biedt een tijdelijke en welkome oplossing om de administratieve last voor werkgevers te verlichten. Toch blijft de terugbetaling op basis van werkelijke kosten het uiteindelijke doel, zodra technologische ontwikkelingen, zoals ondermeters, dit mogelijk maken.
--------
[1] Kamer, Beknopt Verslag Plenaire Vergadering, CRABV 56 van 26/09/2024, bladzijden 8 en 9