Toenemende spanningen: op weg naar een handelsoorlog tussen Europa en China?

Het tijdperk van globalisering en aanbidding van vrijhandel lijkt voorbij. De handelsbetrekkingen tussen de Verenigde Staten en China kunnen een grote impact hebben op de wereldeconomie. Protectionisme duikt her en der weer op. Volgens schattingen wordt 70% van de exporten blootgesteld aan handelsbarrières, tegenover 45% tien jaar geleden. Ook Europa mengt zich in de handelsoorlog.

Het punt van discussie tussen China en Europa zijn elektrische auto’s. Europa wil koste wat kost een tweede zonnepanelen-saga vermijden, waarbij Duitse fabrikanten failliet gingen, deels door Chinese subsidies. Elektrische auto’s uit China winnen in recordtempo marktaandeel in Europa. Dit aandeel steeg van 4% in 2021 naar 25% in 2023, wat neerkomt op bijna 10 miljard euro aan Chinese exporten. De helft van deze exporten bestaat uit Chinese auto’s, de andere helft is gelijk verdeeld tussen Tesla-auto’s en in China geproduceerde Europese auto’s. In 2023 overtrof BYD zelfs Tesla als ’s werelds grootste producent.

De Europese Commissie beschuldigt China van illegale subsidies en fiscale voordelen. Om deze situatie te compenseren, heeft zij besloten om naast de algemene invoerbelasting van 10% extra heffingen op te leggen op de import van Chinese elektrische auto’s in Europa. Het extra bedrag varieert van 17% tot 38%, afhankelijk van het niveau van de subsidies: 17% voor lage subsidies en 38% voor hoge subsidies.


De prijzen van elektrische auto’s zullen stijgen in een al stagnerende markt.


Maar BYD beweert dat hun voorsprong op Europese en Amerikaanse bedrijven niets te maken heeft met subsidies, maar met innovatie. De Commissie heeft BYD hierin gevolgd door een tarief van 17% voor te stellen. Onmiddellijk steeg het aandeel van BYD met 9% op de beurs. GIAC daarentegen werd beschouwd als een staatsbedrijf en moet een extra heffing van 38% betalen. Maar ook niet-Chinese merken die in China worden geproduceerd, worden getroffen. De productie vindt vaak plaats in de vorm van joint ventures met Chinese partners en komt dus ook in aanmerking voor subsidies. Naast Tesla, die zijn Model Y in China produceert, zijn er ook Renault, Mercedes en BMW. Deze Europese bedrijven krijgen een gemiddelde heffing van 21% opgelegd, hoger dan BYD.

Met dit gemiddelde tarief zou men kunnen denken dat Europa 2,1 miljard euro aan extra inkomsten zou hebben, maar dat gaat voorbij aan de prijselasticiteit. Met een invoerrecht van 20% zouden de exporten met 25% afnemen, berekende de denktank Kiel. Om de invoerheffing te omzeilen, bouwen Chinese fabrikanten momenteel productiecapaciteit in Europa en zou Stellantis ook zijn Chinese fabrieken verplaatsen. Dit alles toont de aanzienlijke impact van invoerrechten op de handelsstrategie van autofabrikanten. Als gevolg hiervan zullen de prijzen van elektrische auto’s stijgen in een markt die al aan het afnemen is.

Bovendien zal China hier niet stoppen. Elektrische auto’s vertegenwoordigen slechts 3% van de Chinese exporten, maar zijn een prioriteit voor de Chinese regering. Het land worstelt met een extreem lage groeisnelheid van slechts 4%, terwijl ze gewend waren aan dubbele groeicijfers. De binnenlandse consumptie is ingestort. Het stimuleren van groei moet dus komen van exporten. We kunnen daarom aannemen dat China tegenmaatregelen zal nemen. Varkensvlees zou weer in het vizier kunnen komen, evenals luxeproducten. Europese bedrijven zullen hierdoor worden getroffen.

Mots clés

Articles recommandés