Met de loontransparantierichtlijn wil Europa de loonkloof tussen mannen en vrouwen dichten. Uit onderzoek* van HR-dienstverlener Partena Professional in samenwerking met professor arbeidseconomie Stijn Baert blijkt dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Vrouwelijke werknemers hebben vaker het gevoel niet correct verloond te worden maar de Belgische loonschroom blijkt zo groot dat zelfs mét Europese richtlijn de Belg zich niet snel zal durven informeren over de verloning binnen de organisatie. Toch vrezen Belgische werkgevers dat de richtlijn zal leiden tot een hogere loonkost.
Vandaag verdienen vrouwen in Europa gemiddeld nog altijd zo’n 13% minder dan mannen. Om die loonkloof te dichten, lanceert Europa de loontransparantierichtlijn die bedrijven vanaf 2026 verplicht om meer open kaart te spelen over de loonschalen die ze hanteren en met welke criteria ze precies werken om de verloning van werknemers te bepalen.
Uit onderzoek* van HR-dienstverlener Partena Professional in samenwerking met professor arbeidseconomie Stijn Baert bij 250 Belgische werkgevers en 1.000 Belgische werknemers blijkt dat amper 52% van de Belgische vrouwen momenteel het gevoel heeft dat ze eerlijk verloond worden, tegenover 63% bij de mannen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat 76% van de Belgische vrouwelijke werknemers positief staat tegenover de komst van de Europese loontransparantierichtlijn.
“België behoort bij de betere leerlingen van de klas met een loonkloof van 5%, een stuk beter dan het Europees gemiddelde van 13%, maar loondiscriminatie heeft geen plaats in de arbeidsmarkt van de toekomst”, stelt Yves Stox, Managing consultant bij Partena Professional. “Uit ons onderzoek blijkt dat 1 op 4 werkende Belgen gelooft dat hun onderhandelingspositie zal verbeteren dankzij de loontransparantierichtlijn. Opvallend genoeg, zien we hier geen significant verschil op vlak van geslacht. De Europese richtlijn is bedoeld om het loon van vrouwelijke werknemers te verbeteren, maar zowel mannen als vrouwen lijken te denken er voordeel uit te kunnen halen.”
De naam zegt het al: met de loontransparantierichtlijn wil Europa werknemers alle middelen geven om correct en transparant te kunnen communiceren over verloning. Dat blijkt echter niet zo vanzelfsprekend want ook op de werkplek zijn er taboes. Uit het onderzoek* van Partena Professional blijkt dat bijna de helft van de Belgische werknemers (46%) zelfs met de nieuwe wetgeving niet naar de gemiddelde lonen in het bedrijf zou durven informeren.
"Het niet durven informeren naar de lonen van de collega's komt meer voor in Franstalig België dan in Vlaanderen en meer bij oudere werknemers, zo geven onze cijfers aan", stelt professor arbeidseconomie Stijn Baert, die Partena Professional ondersteunde bij de studie.
De eerste stap richting gelijk loon voor gelijk werk, is de implementatie van de loontransparantierichtlijn, maar zover is het nog lang niet. Uit het onderzoek* van Partena Professional blijkt dat amper 1 op 5 Belgische werkgevers weet dat de loontransparantierichtlijn er komt, én wat die inhoudt. Meer zelfs, 36% werkgevers geeft aan dat er nog geen concrete plannen zijn voor de implementatie van de nieuwe wetgeving (hoewel men er tegen 2026 moet staan). Gelukkig weten ondertussen wel al 3 op 5 werkgevers dat er verplichtingen komen voor werkgevers tegen 2026.
Professor arbeidseconomie Stijn Baert: "Opvallend: onder Nederlandstalige werkgevers loopt dit op tot 42%. Slechts een kleine meerderheid (58%) van de Belgische werkgevers vindt het trouwens op zich oké dat werknemers van elkaar weten hoeveel ze verdienen."
Of de richtlijn ook effectief zal zorgen voor gelijk loon, daar blijken niet alle werkgevers even overtuigd van. Meer dan 2 op 5 Belgische bedrijfsleiders (46%) denkt dat de nieuwe richtlijn de loonkloof tussen mannen en vrouwen zal verkleinen terwijl iets meer dan de helft (51%) denkt dat er geen invloed zal zijn.
Het meest liggen de Belgische bedrijfsleiders wakker van wat de loontransparantierichtlijn teweeg zal brengen qua loonkost. 26% van de werkgevers is bezorgd over de invloed die deze richtlijn kan hebben op de loonontwikkeling in hun onderneming. 3 op 10 (30%) vreest de impact op het sociaal overleg en 1 op 3 (34%) denkt dat de richtlijn zal aanleiding geven tot hogere loonkosten. Bij Nederlandstalige werkgevers vreest zelfs 42% voor een toename van de loonkost.
Er ligt nog heel wat werk op de plank, voor de Belgische bedrijven, maar eigenlijk eerst en vooral voor de regering. België moet deze richtlijn tegen juni 2026 omzetten in nationale wetgeving. Volgens de Europese loontransparantierichtlijn moeten ondernemingen vanaf 150 werknemers het beloningsverschil al rapporteren vanaf januari tot december 2026. Dat rapport moeten zij uiterlijk op 7 juni 2027 delen met de overheid en gedeeltelijk ook werknemers en werknemersvertegenwoordigers. Dat betekent dat 2025 voor werkgevers hét jaar zal worden om hun organisatie klaar te stomen voor die rapportering, maar momenteel kan dat eigenlijk nog niet omdat het Belgisch wettelijk kader nog niet klaar is.
“België moet dit soort Europese richtlijnen steeds omzetten naar Belgisch recht en dat is in het geval van de Europese loontransparantierichtlijn, bijna 2 jaar na de goedkeuring door het Europees Parlement, nog niet gebeurd. Dat maakt het voor onze bedrijven dan ook erg moeilijk om zich adequaat voor te bereiden”, concludeert Yves Stox van Partena Professional.
*Online onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau iVOX in opdracht van Partena Professional en onder begeleiding van professor arbeidseconomie Stijn Baert tussen 4 en 11 februari 2025 bij 250 Belgische werkgevers representatief op taal en bij 1.000 Belgische werknemers representatief op taal, geslacht, leeftijd en diploma. De maximale foutenmarge bij 250 Belgische werkgevers bedraagt 6,16% en bij 1.000 Belgische werknemers 3,02%.