De complexe maar reddende taak die de ECB wacht!

Sinds de verkiezing van Donald Trump, die zich nooit heeft afgewend van zijn wens voor een zwakke dollar om de Amerikaanse export te bevorderen, terwijl hij tegelijkertijd invoerrechten oplegt om (tijdelijk?) de Amerikaanse industrie te beschermen, lijkt er een echte valutaoorlog in de maak.

Natuurlijk zal men tegenwerpen dat de centrale banken hun monetaire beleid opmerkelijk genoeg synchroniseren. Toch – en dit is misschien een voorrecht van de leeftijd – voel ik instinctief een parallel met de concurrentiële devaluaties van de jaren zeventig.

In werkelijkheid is het monetaire probleem bijkomstig in vergelijking met de kracht van de Amerikaanse economie, die op veel gebieden dominant is. Maar het Draghi-rapport, dat economische verjonging voor Europa door innovatie belooft – mits het wordt opgevolgd – zal zich waarschijnlijk pas over decennia manifesteren.

Het is dus de ECB die nu aan het front staat. En haar taak is bijzonder ingewikkeld: ze moet haar beleid afstemmen op een uniforme en daardoor kwetsbare maatstaf voor Europese inflatie, in de hoop met haar rentebeleid een inflatie te bestrijden die de afgelopen jaren grotendeels werd ingevoerd. Ze wil een sterke en geloofwaardige euro behouden, maar niet te sterk, om de Europese exporteurs niet tegen te werken. Ze staat echter sceptisch tegenover het Europese sociale model, maar dat valt buiten haar bevoegdheden.

Bovendien wordt ze geconfronteerd met afbrokkelende machtsstructuren in Frankrijk en Duitsland, terwijl ze ook machteloos moet toekijken hoe de staatsschulden structureel toenemen, onder meer door de vergrijzing van de bevolking.

Maar de ECB heeft een ultiem koninklijk attribuut: de munt. Hoewel haar theorieën en uitgangspunten vaak onterecht vergeten worden, moeten we de lessen van de Duitse econoom Georg Friedrich Knapp (1842-1926), auteur van Die staatliche Theorie des Geldes uit 1905, niet over het hoofd zien. Zijn denkbeelden beïnvloedden het Duitse monetaire denken in de eerste helft van de twintigste eeuw. Knapp verdedigde het idee dat geld een schepping van de wet is. Hij ontwikkelde de chartalistische theorie, die stelt dat geld door de staat wordt gecreëerd en dat de waarde ervan dus afhankelijk is van zijn wettelijkheid. De term chartalismus, geïntroduceerd door deze Duitse econoom, komt van het Latijnse charta, wat brief, papier of papyrusblad betekent.

Juist daarom zal de rol van de ECB cruciaal en reddend zijn, mits zij haar rol van inflatiecontrole overstijgt en zich richt op zowel wisselkoersen als het niveau van economische activiteit.


In het belang van zijn optimale verspreiding bieden wij u een automatische vertaling van dit artikel met behulp van kunstmatige intelligentie.
De Stichting is niet verantwoordelijk voor de kwaliteit en de nauwkeurigheid van deze machinevertaling.
Dit artikel is oorspronkelijk in het Frans geschreven, dus het is defranse versie waarnaar in alle gevallen moet worden verwezen.

Mots clés

Articles recommandés

Klimaatverandering en voedselinflatie in België

Jaarlijkse EU-begroting 2025: het nastreven van de politieke prioriteiten en het aanpakken van crises

5 redenen waarom we een federale regering nodig hebben