• FR
  • NL
  • EN

Naar een maaltijdcheque van 10 euro: het nettoloon versterken zonder de loonkost te verhogen

Onder de maatregelen die door de federale regering tijdens de ministerraad van 11 juli 2025 werden goedgekeurd, bevindt zich een discreet maar betekenisvol initiatief: de verhoging van de maximale waarde van maaltijdcheques van 8 naar 10 euro vanaf 1 januari 2026.

Achter deze maatregel schuilt een duidelijke doelstelling: het verhogen van het netto-inkomen van werknemers zonder de concurrentiekracht van ondernemingen aan te tasten.

In dit artikel analyseren we de juridische, fiscale en sociale contouren van deze hervorming, die volledig past binnen het Belgische systeem van alternatieve verloning.

De maaltijdcheque: een hoeksteen van de alternatieve verloning in België

De maaltijdcheque, geregeld via cao nr. 26 en het koninklijk besluit van 7 maart 2007, is een extralegaal voordeel met een bijzonder voordelig statuut: hij is vrijgesteld van sociale bijdragen (met uitzondering van een verwaarloosbare solidariteitsbijdrage) en niet belastbaar in hoofde van de werknemer, op voorwaarde dat de wettelijke voorwaarden worden nageleefd¹.

De huidige maximale waarde van een maaltijdcheque bedraagt 8 euro, waarvan:

  • de werkgeversbijdrage maximaal 6,91 euro bedraagt;
  • de werknemersbijdrage minimaal 1,09 euro bedraagt.

De maaltijdcheque, die uitsluitend voor voedingsaankopen mag worden gebruikt, is daarmee een gerichte en fiscaal vriendelijke vorm van verloning, aanvullend op het brutoloon.

Een hervorming bekrachtigd door de federale regering

In het regeerakkoord 2024–2029 werd voorzien dat de maximale waarde van maaltijdcheques in twee fasen met telkens 2 euro zou worden verhoogd. Hoewel dit oorspronkelijk via interprofessioneel overleg moest gebeuren, leidde het mislukken van de loonnormonderhandelingen in juni 2025 ertoe dat de regering de knoop moest doorhakken.

Tijdens de ministerraad van 11 juli 2025 werd beslist om een eerste verhoging van 2 euro door te voeren met ingang van 1 januari 2026². Dit betekent:

  • een nieuwe maximale nominale waarde van 10 euro per cheque;
  • een maximale werkgeversbijdrage van 8 euro;
  • een fiscaal aftrekbare kost voor de werkgever tot 4 euro per cheque³.

Deze verhoging is niet verplicht: ze geldt enkel voor werkgevers en sectoren die al maaltijdcheques toekennen, en vereist een actieve beslissing van de werkgever, al dan niet via overleg met de vakbonden.

Een netto voordeel voor de werknemer, een beheersbare kost voor de werkgever

Een werknemer die 20 maaltijdcheques per maand ontvangt, zou bij toepassing van het nieuwe maximum 40 euro netto per maand extra ontvangen, ofwel 480 euro netto per jaar, zonder belasting of sociale bijdragen.

Voor de werkgever is er sprake van beheersing van de meerkost:

  • de verhoogde fiscale aftrekbaarheid (van 2 naar 4 euro per cheque) verzacht het budgettaire effect;
  • de maatregel kadert in een ruimer pakket aan lastenverlagingen, waaronder:
    • een vermindering van de werkgeversbijdragen ten belope van 888 miljoen euro gespreid over 2025–2026 (325 miljoen in 2025, 563 miljoen in 2026);
    • een volledige compensatie voor de verhoging van het bruto minimumloon met 35 euro per maand vanaf 1 april 2026.

De verhoogde maaltijdcheque blijft zo een van de meest efficiënte instrumenten om werknemers te belonen zonder disproportionele impact op de loonkost.

Aanvulling op klassieke loonstijgingen

De verhoging van de maaltijdcheque is een aanvullende maatregel op het vlak van klassieke loonevolutie:

  • de lonen stijgen met 5,5 % over de periode 2025–2026 via indexering;
  • het minimumloon wordt verhoogd met 35 euro per maand vanaf april 2026.

In tegenstelling tot een bruto loonsverhoging, biedt de maaltijdcheque een flexibel en fiscaal voordelig alternatief, dat snel kan worden geïmplementeerd.

Integratie in flexibele verloningspakketten

Met de nieuwe plafondwaarde past de maaltijdcheque perfect binnen cafeteriaplannen en flexibele verloningsstrategieën. Samen met andere vrijgestelde voordelen (ecocheques, fietsvergoedingen, thuiswerkvergoedingen, hospitalisatieverzekering, enz.) maakt ze het mogelijk om tegemoet te komen aan de gepersonaliseerde behoeften van werknemers.

Dit vergt echter wel:

  • een actualisering van arbeidsovereenkomsten of beleidsdocumenten;
  • een nauwkeurige toepassing van de vrijstellingsvoorwaarden;
  • en een aangepaste loonadministratie.

Een correcte begeleiding door HR-diensten en fiscale adviseurs is aangewezen.


Conclusie

De verhoging van de maximale waarde van maaltijdcheques tot 10 euro vanaf 1 januari 2026 is een gerichte en evenwichtige maatregel, die het beschikbare inkomen van werknemers verhoogt zonder de loonkost voor ondernemingen buitensporig te doen stijgen. Indien correct toegepast, kan deze hervorming een krachtig instrument worden in het verloningsbeleid, met duidelijke voordelen op sociaal, fiscaal en strategisch vlak.


Bronnen

  1. Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 26 van 12 juni 1975 en het koninklijk besluit van 7 maart 2007 tot uitvoering van artikel 38, §1, eerste lid, 11° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992.
  2. Ministerraad van 11 juli 2025, beslissing meegedeeld door minister van Werk David Clarinval.
  3. Artikel 53, 14° WIB 92; zie ook de fiscale administratieve richtlijnen betreffende de aftrekbaarheid van voordelen van alle aard (Com.IB 92).
  4. Persbericht van het kabinet van minister van Economie David Clarinval, 11 juli 2025.

Mots clés

Articles recommandés