• FR
  • NL
  • EN

Hof van beroep Gent bevestigt aftrekbaarheid als beroepskosten van appartement aan de kust

Op 3 juni 2025 sprak het hof van beroep te Gent (rolnr. 2024/AR/73) een belangrijk arrest uit in een fiscale betwisting omtrent de aftrekbaarheid van kosten verbonden aan een appartement aan de Belgische kust.

De fiscale administratie had de aftrek van deze kosten en de afschrijvingen verworpen omdat het appartement door de vennootschap gratis ter beschikking werd gesteld aan haar bestuurder en diens gezin. Volgens de fiscus zou er geen verband zijn met de verkrijging of het behoud van belastbare inkomsten[1], en was er sprake van een liberaliteit.

In tegenstelling tot de eerste rechter[2] volgde het Gentse hof deze redenering van de fiscus niet. Het hof van beroep oordeelde dat de vennootschap wel degelijk voldoende had aangetoond dat de gratis terbeschikkingstelling van het appartement deel uitmaakte van de bezoldiging van haar bestuurder voor de door hem effectief geleverde prestaties (de zogenaamde bezoldigingstheorie). De terbeschikkingstelling kwalificeerde als een voordeel van alle aard, correct aangegeven op de fiche 281.20 en belast in de personenbelasting overeenkomstig artikel 18, §3, 2° KB/WIB92. Het hof van beroep beklemtoonde dat:

  • het intentionele criterium van artikel 49 WIB92 vervuld was: de vennootschap had met de bezoldiging de bedoeling om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden;
  • de band tussen de prestaties van de bestuurder en de vergoeding in natura (gratis gebruik van het appartement) bewezen was aan de hand van concrete en samenhangende feiten (stijgende bedrijfswinst, stijging van de materiële vaste activa, vermelding in de notulen van de algemene vergadering, …);
  • de fiscus zich niet mag inlaten met een “opportuniteitsbeoordeling” over de economische noodzaak of de wenselijkheid van de gekozen verloningsvorm. De vennootschap is vrij in de wijze waarop zij haar bestuurder vergoedt, zolang de verloning niet overdreven is (artikel 53, 10° WIB92);
  • de grote kloof tussen de reële kost voor de vennootschap (aankoopprijs van meer dan twee miljoen euro) en de relatief lage forfaitaire waardering van het voordeel bij de bestuurder het gevolg is van een bewuste keuze van de wetgever (artikel 18 KB/WIB92) en geen afbreuk doet aan de aftrekbaarheid van de kosten wanneer de bezoldigingsintentie bewezen is.

De aanslagen voor de betrokken aanslagjaren 2017 en 2018 werden vernietigd voor zover de kosten inzake het appartement waren toegevoegd aan de verworpen uitgaven.

Dit arrest bevestigt dat ook kosten met betrekking tot onroerend goed dat privé door een bestuurder wordt gebruikt (zelfs aan de Belgische kust), onder omstandigheden aftrekbaar kunnen zijn als beroepskosten, wanneer dit gebruik deel uitmaakt van het bezoldigingspakket van de betrokken bestuurder. Essentieel is wel dat er een duidelijke bezoldigingsintentie bestaat en een aantoonbaar verband met de prestaties van de bestuurder.

De fiscale administratie blijft dit soort van dossiers streng controleren. Zonder een goed onderbouwde documentatie en correcte aangifte loopt u als vennootschap een reëel risico op verwerping van de kosten, aanzienlijke naheffingen en belastingverhogingen.

Het is dan ook aangewezen dat ondernemingen hun verloningsbeleid, en in het bijzonder het gebruik van voordelen in natura zoals woningen, appartementen of andere activa, tijdig laten doorlichten en juridisch documenteren (o.a. in de notulen van de algemene vergadering van de vennootschap). Een degelijke voorbereiding biedt de beste garantie om fiscale betwistingen en langdurige procedures te vermijden.

Noteer tot slot dat op basis van de aangekondigde nieuwe wetgeving de brutobezoldiging van een bedrijfsleider in de toekomst nog voor maximaal 20 procent uit forfaitaire voordelen van alle aard[3] mag bestaan om van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting te genieten.[4]

Wij begeleiden u graag, zowel preventief als in het kader van een fiscaal geschil, indien u vragen heeft over de aftrekbaarheid van beroepskosten, de toepassing van de bezoldigingstheorie of indien u zelf tegen een geschil met de fiscus aanloopt.

[1] T.w. de voorwaarden om te spreken van een aftrekbare beroepskost.

[2] Vonnis rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge van 24 oktober 2022, rolnr. 21/1052/A.

[3] Waaronder het ter beschikking stellen van een woning.

[4] Naast de minimale bezoldiging die wordt opgetrokken van 45.000 euro naar 50.000 euro.



Mots clés

Articles recommandés

Vastgoed in de eerste jaarhelft: meer verkopen, huizenprijs in de lift, prijs appartement stabiel

Circulaire 2025/C/28 over de grensbedragen inzake aanvullende pensioenen

Het Hypotheekrecht. Een discriminerende of miseriebelasting?