De Europese Unie streeft naar een van de meest ambitieuze klimaatdoelstellingen ter wereld: klimaatneutraliteit tegen 2050. Om deze transitie te realiseren, staat koolstofbeprijzing centraal in haar beleid. Via emissiehandelssystemen (ETS – Emission Trading System) creëert de EU een marktmechanisme dat geleidelijk aanstuurt op de ontkoling van de Europese economie. De jongste editie van Regards économiques (nr. 189, juni 2025) biedt een grondige analyse van de werking, de resultaten en de maatschappelijke uitdagingen van deze markten. Dit artikel biedt een samenvatting van de publicatie, die als bijlage wordt meegegeven.
Het principe van het ETS is eenvoudig maar krachtig: de Europese Unie stelt een jaarlijks dalend emissieplafond vast voor de betrokken sectoren. Bedrijven die meer CO₂ uitstoten dan hun quota toelaten, moeten bijkomende rechten aankopen op de markt. Bedrijven die minder uitstoten, kunnen hun overschot verkopen. Op die manier ontstaat een marktprijs voor koolstof, die bedrijven aanzet om te investeren in schonere technologieën.
Het eerste emissiehandelssysteem, ETS 1, werd in 2005 ingevoerd en dekt grote industriële installaties en elektriciteitsproducenten. Twintig jaar later zijn de resultaten indrukwekkend: de uitstoot van deze sectoren is met bijna 50 % gedaald, zonder een massale delokalisatie van productie. De koolstofprijs steeg intussen van minder dan 10 euro per ton tot gemiddeld 60 à 100 euro per ton CO₂, wat de rendabiliteit van hernieuwbare energiebronnen sterk verhoogde.
Het systeem genereerde ook aanzienlijke inkomsten: zo’n 152 miljard euro werd sinds 2005 opgehaald via veilingen, ten voordele van onder meer het Innovatiefonds en het Moderniseringsfonds.
Tot nu toe kregen veel bedrijven gratis emissierechten om het risico op koolstoflekkage (verplaatsing van productie naar landen met minder strenge milieuregels) te beperken. Vanaf 2026 komt daar verandering in. Dan voert de EU een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grenzen in (CBAM – Carbon Border Adjustment Mechanism).
Dit systeem zal importeurs van onder meer staal, cement, aluminium, meststoffen, elektriciteit en waterstof verplichten om een koolstofheffing te betalen die overeenkomt met de kost die Europese producenten dragen. Op die manier wil men eerlijke concurrentie garanderen én buitenlandse producenten aanzetten tot vergroening van hun processen.
Vanaf 2027 komt er een tweede emissiemarkt: ETS 2. Deze zal gericht zijn op de brandstoffen voor het wegvervoer en de verwarming van gebouwen. In tegenstelling tot ETS 1, dat vooral bedrijven viseert, zal ETS 2 ook burgers en kleine ondernemingen indirect treffen via hun energieleveranciers.
De verwachte impact op de prijzen is niet verwaarloosbaar: bij een koolstofprijs van 45 euro per ton CO₂ zou dit een stijging betekenen van ongeveer 10 % voor transportbrandstoffen en tot 20 % voor verwarmingskosten. Vooral gezinnen met een lager inkomen of in landelijke gebieden – waar alternatieven schaars zijn – lopen risico op een verzwaring van hun energiefactuur.
Om deze sociale impact te temperen, voorziet de EU in een Sociaal Klimaatfonds van 65 miljard euro voor de periode 2026–2032. België zal naar verwachting ongeveer 2,55 % van deze enveloppe ontvangen, goed voor meer dan 1,6 miljard euro. Deze middelen zijn bedoeld voor renovatiepremies, tijdelijke steunmaatregelen en duurzame mobiliteitsoplossingen.
De uitbreiding van de koolstofmarkt naar huishoudens en kmo’s zal enkel slagen als er voldoende sociaal draagvlak is. De publicatie benadrukt drie belangrijke hefbomen om dat draagvlak te verzekeren:
Slotbeschouwing
De Europese koolstofmarkten zijn veel meer dan een technisch beleidsinstrument. Ze symboliseren een nieuwe vorm van milieubeleid, gebaseerd op marktprikkels en innovatie. ETS 1 heeft zijn efficiëntie bewezen. ETS 2 en het CBAM luiden een volgende fase in, waarbij de nadruk ligt op brede maatschappelijke betrokkenheid en internationale rechtvaardigheid.
De publicatie Regards économiques nr. 189 slaagt erin om deze complexe mechanismen toegankelijk te maken en biedt tegelijkertijd kritische reflectie over de sociaal-economische implicaties. Een lezenswaardige bijdrage voor iedereen die de Europese klimaattransitie mee vorm wil geven – rechtvaardig, transparant en met oog voor sociale coherentie.