
"Le droit à l'erreur", het recht om fiscale fouten te maken, begin stilaan ingang te vinden in de Belgische fiscaliteit. Na de Federale Overheid heeft nu ook de Vlaamse Overheid beslist om eenvoudige en te goeder trouw begane fiscale overtredingen of vergissing in de Erfbelasting niet langer te sanctioneren.
De Vlaamse Overheid wil hiermee bijdragen aan een klantvriendelijke en menselijke toepassing van de fiscale regelgeving.
Een goede zaak? Zeker! Want de meeste belastingplichtigen deugen...
Le droit à l'erreur impliceert het recht van de belastingplichtigen om fiscale fouten te maken, zonder daarvoor onmiddellijk en automatisch te worden gesanctioneerd door de fiscale overheid. Uiteraard gaat het hierbij dan om overtredingen die te goeder trouw worden begaan door de belastingplichtige. Het idee daaromtrent is ontstaan in Frankrijk, waar de fiscale administratie in het "Chartre du Contribuable" heeft gesteld dat de goede trouw van de belastingplichtige wordt vermoed, en dat er bij goede trouw geen sanctie kan worden opgelegd.
Het spreekt voor zich dat dit een goede zaak is met het oog op "taxificatie" en het herstellen van het wederzijds vertrouwen tussen de fiscale overheid en de belastingplichtige. Net om deze reden werd er ook in ons land in fiscale middens al jaren gepleit voor de invoering van le droit à l'erreur in de Belgische fiscaliteit. Dit is ook niet zonder reden. Met de toenemende complexiteit van de fiscaliteit is ook de kans op fouten exponentieel toegenomen. Enig begrip van de fiscale overheid voor de belastingplichtige is dan ook zeker op zijn plaats.
Het besef dat de fiscale overheid zich enigszins "vergevingsgezind" moet opstellen naar de belastingplichtige toe, heeft ondertussen ook de politiek bereikt.
In het Federaal Regeerakkoord werd daaromtrent het volgende gesteld: "We hervormen het fiscale boetebeleid. Bij eerste fouten te goeder trouw wordt er geen automatische sanctie van 10% belastingverhoging meer opgelegd, maar krijgt de belastingplichtige enkel een verwittiging. De fiscus zal geen automatische boete meer opleggen als deze voorwaarden voor kwijtschelding voldaan zijn. De focus moet liggen op verduidelijking en bijsturing en niet op sanctionering. Deze regels zullen van toepassing zijn op alle belastingen".
En ook uit het Vlaams Regeerakkoord blijkt het besef dat het anders moet. De Regering stelde immers: "Rond het opleggen van allerlei fiscale boetes zijn er de voorbije jaren al beleidsinitiatieven genomen om de hoge boetetarieven te milderen. Die aanpak wordt voortgezet en we onderzoeken hoe die kan worden veralgemeend, onder andere voor de boetes in de registratiebelasting."
Op federaal vlak heeft dit ondertussen geleid tot een wijziging van het boetebeleid in de Inkomstenbelasting met de Programmawet van 18 juli 2025. In de Inkomstenbelasting geldt voortaan de regel dat voor een eerste en te goeder trouw begane overtreding geen belastingverhoging meer kan worden opgelegd.
En op Vlaams niveau kondigde Minister van Financiën Ben Weyts ondertussen aan dat hij werkt aan wetgeving om het boetebeleid te wijzigen. Hiervoor wordt onder andere ook verwezen naar het pleidooi van de Vlaamse Ombudsvrouw Myriam Parijs om le droit à l'erreur in de fiscale wetgeving te verankeren.
De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) lijkt alvast niet te wachten op een wetgevend initiatief van de Vlaamse Regering, want op 2 december 2025 publiceerde de Vlaamse Belastingdienst haar beslissing SP 25012 - Fiscaal recht op billijkheid - verbeteringen aan aangifte van nalatenschap, waarmee de Vlaamse Belastingdienst de facto le droit à l'erreur invoert in de Erfbelasting.
De Vlaamse Belastingdienst stelt dat zij hiermee wil bijdragen aan een klantvriendelijke en menselijke toepassing van de fiscale regelgeving en boetes verhinderen en boetes wil verminderen, en zich nog meer dan voorheen tonen als een helpende fiscus. Duidelijke vergissingen zullen aan de belastingplichtige worden gemeld met een voorstel van remediëring. Als de belastingplichtige hieraan gevolg verleent is het opleggen van een belastingverhoging niet langer wenselijk.
Indien de Vlaamse Belastingdienst bij de berekening op zicht van de aangifte een duidelijke vergissing of onvolkomenheid vaststelt, zal zij de aangever hierop attent maken. Naar aanleiding van het contact met de aangever wordt steeds een voorstel tot remediëring of een verzoek tot het aanleveren van bijkomende informatie meegegeven. De aangever beschikt daaropvolgend over een termijn van 14 dagen om te reageren.
Huidig standpunt kan enkel toepassing vinden indien het gaat om een duidelijke vergissing. Niet-limitatieve, noch bindende voorbeelden van dergelijke vergissingen zijn:
Wanneer de aangever tijdig en correct ingaat op het voorstel tot remediëring wordt er geen belastingverhoging opgelegd. Dergelijke duidelijke vergissingen worden door de Vlaamse Belastingdienst op die manier rechtgezet zonder sanctie.
Een stap in de goede richting
Uiteraard is het initiatief van de Vlaamse Belastingdienst meer dan welkom, maar het is hopelijk een eerste stap in het verder uitrollen van le droit à l'erreur over alle Vlaamse belastingen heen. Het respecteren van de belastingplichtige, ook wanneer die fouten maakt, kan enkel maar de fiscale burgerzin doen toenemen. De meeste belastingplichtigen deugen, zelfs wanneer zij feilbare belastingplichtigen zijn.