Circulaire 2024/C/7 betreffende de implementatie van een overgangstermijn ingevolge de uitbreiding van de tot de regeling btw-entrepot toegelaten goederen van communautaire oorsprong

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde publiceerde op 23/01/2024 de Circulaire 2024/C/7 betreffende de implementatie van een overgangstermijn ingevolge de uitbreiding van de tot de regeling btw-entrepot toegelaten goederen van communautaire oorsprong.

Deze circulaire voert bij wijze van administratieve tolerantie een overgangstermijn in voor de toepassing van de regeling btw-entrepot op handelingen betreffende accijnsproducten die ingevolge de vervanging van artikel 39quater van het Btw-Wetboek, door de wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van 23.11.2023 (BS van 01.12.2023), zijn toegevoegd aan de lijst van goederen die tot de regeling btw-entrepot zijn toegelaten wanneer zij van communautaire oorsprong zijn.

De wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van 23.11.2023 (BS van 01.12.2023) voorziet in de vervanging van artikel 39quater van het Btw-Wetboek met ingang van 11.12.2023 (zijnde de tiende dag volgend op die van publicatie in het Belgisch Staatsblad). Deze wetswijziging komt tegemoet aan een juridisch probleem vastgesteld in het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 9/2023 van 19.01.2023. In dat arrest heeft het Grondwettelijk Hof voor recht verklaard dat artikel 39quater, § 1, tweede lid, van het Btw-Wetboek, in de toen geldende versie, de artikelen 10, 11, 170, § 1, en 172, tweede lid, van de Grondwet schendt.

Er werd van deze herformulering van artikel 39quater van het Btw-Wetboek gebruik gemaakt om nieuwe goederen op te nemen in de lijst van goederen die tot de regeling btw-entrepot zijn toegelaten wanneer het andere dan in België ingevoerde goederen betreft (zie artikel 39quater, § 3, tweede lid, nieuw, van het Btw-Wetboek - voorheen opgenomen in de bijlage bij koninklijk besluit nr. 54, van 25.02.1996, met betrekking tot de andere regeling van entrepot dan douane-entrepot bedoeld in artikel 39quater van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde). In het kader van deze circulaire worden andere dan in België ingevoerde goederen aangeduid als 'goederen van communautaire oorsprong'.

Het gaat meer bepaald om goederen waarvoor de sector de administratie in het verleden reeds had verzocht om ze aan de lijst toe te voegen en die beantwoorden aan de geest van de regeling btw-entrepot in de mate dat het gaat om goederen waarop accijns wordt geheven onder vergelijkbare voorwaarden als op bepaalde in de bijlage bij het huidige koninklijk besluit nr. 54 opgenomen accijnsproducten. Anderzijds worden de betrokken goederen in het algemeen, zoals de meeste goederen in de bijlage, op internationaal niveau verhandeld en genoteerd door groothandelaars. Die uitbreiding omvat aldus:

- chemische producten bedoeld onder de GN-codes 3824 99 86, 3824 99 92, 3824 99 93 en 3824 99 96

- ethylalcohol bedoeld onder de GN-code 2207

- biodiesel en mengsels daarvan, bedoeld onder de GN-code 3826 00.

De toevoeging van die accijnsproducten aan bedoelde lijst heeft evenwel tot gevolg dat de toepassing van de regeling btw-entrepot verplicht wordt, ongeacht de oorsprong van die goederen (ingevoerd of van communautaire oorsprong), wanneer ze in een belastingentrepot in de zin van artikel 3, punt 11), van richtlijn (EU) 2020/262 (1) zijn opgeslagen, overeenkomstig artikel 39quater, § 4, nieuw, van het Btw-Wetboek, daar waar die goederen tot voor kort niet onder de regeling btw-entrepot waren toegelaten wanneer zij van communautaire oorsprong waren.

(1) Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19.12.2019 houdende een algemene regeling inzake accijns.

Gelet op de gevolgen daarvan voor de btw-behandeling van handelingen met betrekking tot die goederen, voor het beheer van een btw-entrepot alsook voor de daarbij horende facturatie- en rapporteringsverplichtingen, en in afwachting van de publicatie in het Belgisch Staatsblad van het nieuwe koninklijk besluit nr. 54 dat in de uitvoeringsmodaliteiten van de regeling btw-entrepot voorziet, stelt de administratie een overgangstermijn in gedurende welke de belastingplichtigen zich kunnen aanpassen aan de verplichte toepassing van de regeling btw-entrepot voor bedoelde goederen wanneer zij van communautaire oorsprong zijn.

Bij wijze van administratieve tolerantie wordt van 11.12.2023 (datum van inwerkingtreding van het nieuwe artikel 39quater van het Btw-Wetboek) tot en met 29.02.2024 een overgangstermijn voorzien voor de toepassing van de regeling btw-entrepot op handelingen in verband met bovengenoemde accijnsproducten wanneer zij van communautaire oorsprong zijn. Gedurende die periode is de toepassing van de regeling btw-entrepot optioneel voor handelingen met betrekking tot die goederen. Dit impliceert dat:

- wanneer de bij de handeling tot plaatsing van de goederen onder de regeling btw-entrepot betrokken belastingplichtigen kunnen voldoen aan de gevolgen op het vlak van facturatie, rapportering en formaliteiten voorzien in de circulaire nr. 14/2003 van 19.05.2003 (of in het toekomstige koninklijk besluit nr. 54 vanaf haar inwerkingtreding bij publicatie, welke weliswaar de uitvoeringsmodaliteiten uit de circulaire overneemt), zij de regeling btw-entrepot kunnen toepassen en de handeling derhalve in aanmerking komt voor de toepassing van de vrijstelling voorzien in artikel 39quater, § 1, eerste lid, 1°, van het Btw-Wetboek.

- wanneer de bij een dergelijke handeling betrokken belastingplichtigen daar nog niet aan kunnen voldoen, zij de regeling btw-entrepot niet moeten toepassen. Die handeling blijft dan nog tijdelijk onderworpen aan de regeling zoals die van toepassing was vóór 11.12.2023, waarbij er geen toepassing van de vrijstelling voorzien in artikel 39quater, § 1, eerste lid, 1°, van het Btw-Wetboek kan worden gemaakt.

Merk op dat de regeling btw-entrepot integraal van toepassing wordt van zodra ervoor geopteerd is om de goederen onder die regeling te plaatsen.

Gezien de bijzondere omstandigheden, heeft de heer Minister zijn administratie gevraagd om tijdens bedoelde overgangstermijn, in het kader van een eventueel fiscaal toezicht op de juiste toepassing van bovengenoemde bepalingen, een soepele houding aan te nemen in geval van een kennelijk onopzettelijke fout of tekortkoming.

Vanaf 01.03.2024 wordt de regeling btw-entrepot verplicht wanneer bedoelde accijnsproducten van communautaire oorsprong worden opgeslagen of zich bevinden in een in België gelegen plaats die aangemerkt wordt als belastingentrepot in de zin van artikel 3, punt 11), van richtlijn (EU) 2020/262, voornoemd, zoals voorzien in artikel 39quater, § 4, nieuw, van het Btw-Wetboek.

Interne ref.: 140.927/2

Bron: Fisconetplus​