Het regime van de liquidatiereserve kent verschillende aanzienlijke aanpassingen, gedetailleerd in de supernota:
Deze wijziging leidt tot een effectief belastingtarief van 15% (in plaats van 13,64%), wat overeenkomt met het tarief dat wordt toegepast in het kader van het VVPRbis-regime, in een streven naar harmonisatie tussen beide regelingen.
Deze bepaling impliceert:
Deze wijzigingen bieden zowel voordelen als nadelen voor aandeelhouders, met name die van kmo's:
Aandeelhouders kunnen sneller over de fondsen beschikken. Deze vermindering van de blokkeringsperiode is bijzonder gunstig in een context waar inflatie de reële waarde van de geblokkeerde bedragen verlaagt.
Hoewel het roerende voorheffingstarief van 5% naar 6,5% stijgt, blijft het systeem interessant, vooral voor bedrijven die niet van het VVPRbis-regime kunnen genieten.
Het regime van de liquidatiereserve blijkt bijzonder relevant voor bedrijven waarvan de aandelen:
De verkorting van de blokkeringsperiode vormt een tastbare verbetering voor aandeelhouders van kmo's, ondanks de gematigde verhoging van de roerende voorheffing. Het regime van de liquidatiereserve blijft een fiscaal voordelige optie voor bedrijven die niet van het VVPRbis kunnen genieten.
Voor meer informatie, het artikel verschenen in L’Echo dit weekend, geschreven door Philippe Galloy, beschrijft deze aanpassingen en hun implicaties. Ik heb met plezier bijgedragen aan de verdieping van deze analyse.
In het belang van zijn optimale verspreiding bieden wij u een automatische vertaling van dit artikel met behulp van kunstmatige intelligentie.
De Stichting is niet verantwoordelijk voor de kwaliteit en de nauwkeurigheid van deze machinevertaling.
Dit artikel is oorspronkelijk in het Frans geschreven, dus het is de franse versie waarnaar in alle gevallen moet worden verwezen.